Een fiets van de zaak was de afgelopen jaren geen aantrekkelijke optie voor werknemers. Reden is de ingewikkelde berekening van de bijtelling voor het privégebruik. Het kabinet versimpelde de fiscale fietsregeling echter per 1 januari 2020. Omdat u er vast vragen over gaat krijgen, zetten we 12 belangrijke weetjes over de nieuwe fiscale regels op een rij. (Bron: Tweewieler.nl)

Werkgever heeft drie manieren om fietsgebruik te stimuleren:

Werkgevers die het fietsgebruik door hun medewerkers willen stimuleren, hebben in de basis drie manieren om dit te doen. Fiscaal jurist Ad Teunissen van H&L Accountants & Belastingadviseurs zet de opties op een rij:

  1. Door een fiets te verstrekken. De werknemer wordt dan eigenaar van de fiets. Omdat dit loon is voor de werknemer, kan een werkgever ervoor kiezen om het loonbestanddeel bij de eindheffingsregeling te betrekken. De werkgever neemt dan de eventuele verschuldigde loonheffing voor zijn of haar rekening.
  2. Door een vergoeding voor de fiets te geven. Een werkgever vergoedt een fiets compleet of voor een gedeelte. Ook dit wordt als loon gezien. Ook hier kan de werkgever ervoor kiezen om het loonbestanddeel bij de eindheffingsregeling te betrekken.
  3. Ter beschikking stellen van de fiets. De fiets blijft dan eigendom van de werkgever.

Bij de nieuwe fiscale regeling rond bedrijfsfietsen die 1 januari 2020 inging, verandert er alleen voor optie 3 wat: de regels bij een verstrekking en vergoeding (optie 1 en optie 2) blijven gelijk. 

  1. Bijtelling zoals bij een auto van de zaak
    Het kabinet vindt dat fietsen naar het werk goed is voor het milieu. Met de nieuwe regels wordt het een stuk aantrekkelijker gemaakt om een fiets van de zaak te gebruiken. De bijtelling voor een fiets van de zaak is straks gebaseerd op de methodiek zoals bij de bijtelling voor een auto van de zaak. Wel zijn de uitgangspunten anders. Het bijtellingspercentage voor een fiets van de zaak is vanaf 2020 7%. Ondernemers kunnen een fiets van de zaak voor zichzelf aanschaffen.
  2. Geen lastige registratie en complexe rekenmethode
    De maatregel is vooral in het leven geroepen om de regelgeving te vereenvoudigen. Wie nu over een fiets van de zaak beschikt, moet namelijk belasting betalen over het privégebruik. Dit is lastig te registreren en de rekenmethode is complex.
  3. Zo werkt de bijtelling
    Alleen werknemers die een fiets ter beschikking krijgen van de werkgever (zie het kader elders op de pagina) krijgen te maken met bijtelling. Behalve voor het woon-/werkverkeer mag de werknemer de fiets uiteraard ook voor privé-fietsritten gebruiken. LET OP: ook wanneer een werknemer de fiets van de zaak alleen gebruikt voor het reizen van en naar het werk, is de bijtellingsregeling van toepassing!
    De regeling houdt in dat werknemers jaarlijks 7% van de door de fabrikant vastgestelde consumenten-adviesprijs van de fiets bij hun inkomen moeten bijtellen. Goed om te weten is wel dat een werknemer met een fiets van de zaak niet meer in aanmerking komt voor de belastingvrije reiskostenvergoeding.
  4. Voor welke fietsen geldt de regeling?
    De regeling geldt voor alle soorten fietsen, dus ook e-bikes en speed pedelecs.
  5. Bijtelling niet voor accessoires, wel voor accu-upgrade
    Accessoires die door de werkgever bij de fiets ter beschikking worden gesteld – zoals regenpakken en fietstassen – vormen in principe gewoon loon, waarbij een werkgever er ook voor kan kiezen om het loonbestanddeel onder de eindheffingsregeling te betrekken. Ad Teunissen van H&L Accountants & Belastingadviseurs voegt daar wel het volgende aan toe: wanneer accessoires deel uitmaken van de fiets, maken ze ook deel uit van de consumentenadviesprijs van de fiets. Denk dan bijvoorbeeld aan de upgrade van een accu bij een elektrische fiets. Onderhoudsbeurten en servicepakketten spelen voor de bijtelling geen rol, dat zijn bijkomende kosten voor de werkgever.
  6. Controle van het gebruik van een fiets van de zaak
    De complexiteit van het al dan niet privégebruik was juist het probleem. Door de nieuwe regels zal naar verwachting de controle bij het ter beschikking stellen van een fiets vanaf 2020 minder worden.
  7. Werknemer wordt geen eigenaar
    Bij een fiets van de zaak die beschikbaar wordt gesteld door de werkgever, blijft de fiets eigendom van de werkgever.
  8. Einde dienstverband; fiets moet terug
    De werknemer moet de fiets van de zaak teruggeven wanner hij of zij uit dienst treedt, tenzij de werkgever en werknemer een overnamebedrag voor de fiets hebben afgesproken. Dit bedrag moet tenminste de waarde zijn die de fiets in het economisch verkeer heeft ten tijde van de overname. Het overnamebedrag vormt een loonbestanddeel. Ook hier kan de werkgever ervoor kiezen om dit bestanddeel in de eindheffingsregeling op te nemen en de daarmee bijkomende belastingen voor eigen rekening te nemen.
  9. Fiets kan naast de auto van de zaak
    Zowel een auto als een fiets van de zaak mogen naast elkaar worden gebruikt. Zo moet het voor een werknemer interessanter worden om een aantal dagen per week de fiets naar het werk te pakken.
  10. Fiets van de zaak naast privé-auto
    Wanneer iemand in een privé-auto naar het werk rijdt mag hij, voor de dagen die hij met de auto naar de zaak komt, nog steeds de zakelijke kilometervergoeding à 0,19 cent per kilometer berekenen.
  11. Werknemer kan een eigen bijdrage voor gebruik van de fiets betalen
    Betaalt de werknemer een eigen bijdrage, dan wordt de bruto bijtelling van 7% verminderd met de nettobijdrage van de werknemer. Het resultaat kan nooit minder dan 0 euro zijn.
  12. Fiets van de zaak en btw-teruggave
    Bij de teruggave van de btw geldt nog steeds het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA). Concreet betekent dit dat de btw bij de aanschaf van een fiets vooraf bij de werkgever afgetrokken mag worden, maar slechts tot het btw-bedrag van de aanschafwaarde van de fiets van 749 euro inclusief btw.

Meer informatie over een fiets van de zaak vanaf 2020 is te vinden op www.rijksoverheid.nl